Coronaprotocol

Elektroraad is gestart met de cursus 'Verder met NEN 4010'. Klik hier voor meer informatie.

BEL
0318 - 631 670

Home - Poll - Volgens NEN 1010:2015 hoeft geen correctiefactor voor bij elkaar gelegde kabels te worden toegepast als de kerndoorsneden van die kabels meer dan twee stappen van elkaar verschillen.

Volgens NEN 1010:2015 hoeft geen correctiefactor voor bij elkaar gelegde kabels te worden toegepast als de kerndoorsneden van die kabels meer dan twee stappen van elkaar verschillen.

Fabel
80% (107 stemmen)
Feit
20% (26 stemmen)
Totaal aantal stemmen: 133

ANTWOORD: 

Het juiste antwoord op de stelling is: fabel.

 

Onderbouwing van het antwoord

Als kabels bij elkaar worden gelegd, doet het er niet toe of ze wel of niet dezelfde kerndoorsnede hebben. Je moet altijd rekening houden met het aantal bij elkaar gelegde kabels. Wel is het zo dat bij kabels met een sterk afwijkende kerndoorsnede niet kan worden gewerkt met de ‘standaardmethode’.

Toelichting

De verwarring ontstaat soms door een verkeerde interpretatie van bepaling 52.B.5. Daarin staat dat de ‘standaardmethode voor het vinden het correctiefactoren’ (tabel 52.B.17) alleen bedoeld is voor verzamelingen van identieke kabels.

Vervolgens staat er in de opmerking:

“Een verzameling leidingen met kerndoorsneden waarvan de verschillen groter zijn dan drie opeenvolgende standaardmaten kan worden gezien als een verzameling met verschillende doorsneden.”

De normschrijver bedoelt hier niet mee dat veel dikkere of dunnere leidingen niet meetellen, maar dat er een andere methode dan de standaardmethode moet worden gebruikt. Dat kan bijvoorbeeld de methode die is beschreven in 52.B.5.1 zijn.