Coronaprotocol

Elektroraad is gestart met de cursus 'Verder met NEN 4010'. Klik hier voor meer informatie.

Elektroraad vernieuwt de inspectiecursus
Ben jij luid en duidelijk in je communicatie en handelingen?
Uitslag Feit of Fabel juni 2024
ER-BOX 2.0: De volgende stap in beheer en onderhoud
Samenwerking met Croonwolter&dros b.v.

BEL
0318 - 631 670

Home - Nieuws - De methodiek van BRL 6000-01, 02 en 03

De methodiek van BRL 6000-01, 02 en 03

Veel elektrotechnische bedrijven borgen hun kwaliteit op het gebied van ontwerpen en installeren volgens de methodiek van BRL 6000-01, 02 en 03. Het is van belang dat medewerkers die een rol spelen tijdens de ontwerp-, aanleg- of opleverfase over de juiste kennis beschikken om de kwaliteit te kunnen borgen. Elektroraad heeft drie cursussen die

  • aansluiten aan op de procedures van BRL 6000;
  • afgestemd zijn op de verschillende  fases van een project;
  • aansluiten op de rol van de medewerkers;
  • zorgen voor specifieke normkennis die nodig is voor die rol. 
     

Hoe werkt het?

Een belangrijk principe uit BRL 6000 is het controlemechanisme of ook wel ‘het vier-ogen-principe’. In het schema hierna zijn verschillende controlerondes te zien die voortvloeien uit BRL 6000. Zo borgen de certificaathouders hun kwaliteit en leveren zij de installatie die gevraagd is door de opdrachtgever.

Deze controles vinden plaats op verschillende stadia in het ontwerp en installatie en vragen van de controleur dan ook verschillende specialismen. Om die reden volgt hierna een korte omschrijving van wat er per controle van de controleur verwacht wordt.

Controle 1
De eerste stap in de ontwikkeling van een nieuwe installatie is het ontwerp. Een ontwerpteam gaat aan de slag en voordat de eerste tekeningen de bouw op gaan, vindt er een controle plaats. Deze controle wordt gedaan door een deskundig ontwerper en hij haalt eventuele fouten uit het ontwerp.

Een groot voordeel is dat de fouten die de controleur vindt, niet eerst in productie genomen worden om vervolgens weer te moeten worden aangepast. Een ontwerpcontrole bespaart dus op faalkosten en productietijd.

Kenmerk van deze controleur is dat hij op hoog niveau verstand moet hebben van het ontwerpen van installaties.

Controle 2
Tijdens productie zijn er ook controlemomenten. Simpelweg om dat veel controles wel kunnen tijdens productie en vaak niet meer kunnen bij oplevering. Belangrijk aspect hierbij is het stroomlijnen van de communicatie tussen de verschillende schakels in de keten.

Kenmerk van deze controleur is het operationele karakter van zijn rol. Hij heeft vooral praktische kennis en vaardigheden. De controles worden uitgevoerd door het productieteam en zullen om die reden operationeel van aard moeten zijn.

Controle 3
De eindcontrole voor oplevering van de installatie is meestal de zorg van een inspecteur. Hij moet vaststellen of de installatie voldoet aan de eisen die er aan worden gesteld. Om te komen tot een zinvolle uitspraak daarover heeft hij de voorgaande controles nodig. Daarnaast zijn eigen kennis en vaardigheden om de laatste controleslag te maken.

Kenmerk van deze controleur is het meer tactische karakter van zijn rol. Hij heeft naast de praktische kennis en vaardigheden ook normkennis nodig.

Afstemming van de cursussen
We onderscheiden drie verschillende rollen binnen het kwaliteitsborgingsysteem BRL 6000. Dat zijn de ontwerpcontroleur, de tussentijdse inspectiemonteur en de eindinspecteur.

Controleur 1, de ontwerpcontroleur
De ontwerpcontroleur moet op hoog niveau NEN 1010-kennis hebben. Een goede ontwerper kan dan ook niet zonder de cursus ‘Verder met NEN 1010’. Voor meer informatie kijk op: https://elektroraad.nl/opleidingen/verder-met-nen-1010

Controleur 2, de tussentijdse inspectiemonteur
Wie doet welke controle, meting of beproevingen en wanneer is deze het meest logisch. Dit staat centraal in de cursus ‘Tussentijdse inspecties’. Dé cursus voor de monteur die meer kan dan monteren alleen. Op heel praktische wijze leren inspecteren, zonder toeters en bellen. Voor meer informatie kijk op: https://www.elektroraad.nl/opleidingen/tussentijdse-inspecties-volgens-nen-1010

Controle 3, de eindinspecteur
De eindverantwoordelijke voor de conformiteit met NEN 1010 is de eindinspecteur. Om tot een zinvolle inspectie te komen is het in zijn belang om te zorgen voor een ontwerpcontrole en zo veel mogelijk tussentijdse inspecties. Ook een soepele communicatie tussen de verschillende afdelingen is belangrijk voor hem. Hoe dit proces goed ingericht wordt, en wat NEN 1010 verstaat onder een volledige inspectie. Dat zijn de leerdoelen van de cursus ‘Inspecteren volgens NEN 1010’. Voor meer informatie kijk op: https://www.elektroraad.nl/opleidingen/inspectie-volgens-nen-1010

Ik heb een vraag

CAPTCHA
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.