Uitslag Fabel of Feit maart 2016
ANTWOORD:
Het juiste antwoord op de stelling is: feit.
Onderbouwing van het antwoord
In NEN 1010:2015 is een nieuwe bijlage opgenomen: bijlage 52.F. In die bijlage staat een tabel met voorgestelde eigenschappen van buizen (zie onderstaand fragment).
De tabel brengt een code die op de buis staat, in verband met een bepaalde toepassing van die buis.
De code op de buis
De code wordt op de buis aangebracht door de fabrikant. Hij ontleent die codering aan een norm (NEN-EN-IEC 61386). De code wordt gevormd door vier cijfers die elk afzonderlijk iets zeggen over een specifieke eigenschap van de buis.
Op een gewone gele buis staat code 3231 (zie foto)
Het tweede cijfer in die code staat voor de weerstand tegen stoten. De weerstand tegen stoten wordt volgens NEN-EN-IEC 61386 bepaald door een gewicht vanaf een bepaalde hoogte op de buis te laten vallen.
Bij klasse 2 hoort een gewicht van 1 kg dat vanaf een hoogte van 10 cm op de buis valt.
Bij klasse 3 hoort een gewicht van 2 kg dat vanaf een hoogte van 10 cm op de buis valt.
Toepassing van de buis
De tabel uit bijlage 52.F koppelt de hiervoor genoemde eigenschap van de buis aan bepaalde toepassingen. De normschrijver adviseert om voor betonstortwerk buis met code 3321 toe te passen. Het tweede cijfer (de stootbelasting) is dus een 3. En aangezien een gewone buis ‘slechts’ een stootbelastingsklasse heeft van 2, acht de normschrijver toepassing van deze buis ongeschikt om in beton te storten. De normschrijver stelt dan ook voor om een sterker buistype te gebruiken.