Publicatie UAV 2012 (versie 2025) verzwaart de verantwoordelijkheid van aannemers
Op 26 februari 2025 is de nieuwste versie van de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) 2012 gepubliceerd in de Staatscourant. De UAV zijn de belangrijkste voorwaarden die in de bouw worden gebruikt. Deze nieuwste versie is eenzijdig door opgesteld door de overheid. Tot nu toe werden deze voorwaarden opgesteld door een werkgroep van het Breed Overleg Herziening UAV, waaraan alle vertegenwoordigers van partijen bij de bouw, zoals Techniek Nederland), deelnamen.
Versie 2025 bevat belangrijke wijzigingen op het gebied van de aansprakelijkheid van aannemers na oplevering. De Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb) brengt dit mee. In de Wkb zijn namelijk voorzieningen opgenomen die bedoeld zijn om de bouwkwaliteit te verbeteren en daar probeert de nieuwe regeling in de UAV aan mee te werken. Vooral paragraaf 12 van de UAV is gewijzigd:
§ 12. Aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering
1. (Vervallen).
2. (Vervallen).
3. (Vervallen).
In de Staatscourant staat de volgende toelichting op de wijziging:
“Het vierde lid van artikel 758 BW (nieuw) maakt dat paragraaf 12 van de UAV 2012, zoals gepubliceerd op 19 januari 2012, in strijd is met het Burgerlijk Wetboek. In de afgelopen periode heeft een werkgroep van vertegenwoordigers van opdrachtgevers en opdrachtnemers onder onafhankelijk voorzitterschap gezocht naar (met name) overeenstemming ten aanzien van het aanpassen van paragraaf 12. De werkgroep is er echter niet in geslaagd om tot overeenstemming te komen over een nieuwe tekst.[1] Om de UAV 2012 in overeenstemming te brengen met het Burgerlijk Wetboek is deze opnieuw gepubliceerd. De UAV 2012 (versie 2025) is gepubliceerd zonder de met het Burgerlijk Wetboek strijdige leden een en twee van paragraaf 12 (inzake aansprakelijkheid). De resterende leden vier en vijf van paragraaf 12 zijn vanwege het vervallen van het eerste lid voorzien van een noodzakelijke technische aanpassing.”
In lid 4 van artikel 7:758 BW staat het volgende:
7:758 lid 4 BW: In afwijking van het derde lid, is bij aanneming van bouwwerken de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere gevallen kan van dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen.
Voor deze wijziging was het uitgangspunt dat de aannemer verantwoordelijk is voor het bouwwerk tot aan de oplevering. Met de oplevering ging het risico over naar de opdrachtgever tenzij er sprake was van een verborgen gebrek (een gebrek dat redelijkerwijs door de opdrachtgever had kunnen worden ontdekt voor de oplevering). Daar gaat ook alle jurisprudentie over.
Dat is nu veranderd. Ook na oplevering is de aannemer aansprakelijk voor gebreken in het bouwwerk, tenzij:
A - het gebrek bij de oplevering daadwerkelijk is ontdekt en/of
B - het gebrek niet kan worden toegerekend aan de aannemer en/of
C – een andere afspraak (dat wil vooral zeggen: toepassing van de oude versie van de UAV) is gemaakt in de overeenkomst (maar zo’n afspraak is ongeldig als de wederpartij een consument is…).
Heb je te maken met de UAV en duizelt het nu? Zoek contact met Elektroraad Expertise voor advies.
[1] onderstreping door Elektroraad